Posts

 Soms is het weer vies. De regen valt neer. Ik zit binnen en eet een peer. Mijn nieuwe buurjongen heet Ties. De lucht is grauw. De wind is scherp. Gelukkig wonen we op een terp. Hopelijk is de lucht snel weer blauw. De druppels zijn dik.  Het klettert op het raam. Buiten loopt een man met een sik. Hij draagt een gele jas. Alles was nep. En een rode handtas.